Jaarfeesten
Jaarfeesten zijn vieringen die gebaseerd zijn op seizoensgebonden veranderingen en cycli in de natuur. Ze hebben meerdere doelen en betekenissen.
Een belangrijke functie van jaarfeesten is het bieden van structuur en tijdsbesef in ons leven, vooral voor jonge kinderen. Ze helpen bij het begrijpen van de opeenvolging van dagen, weken en seizoenen. Ritme, zowel in ons dagelijks leven als in de natuur, is essentieel voor een gezond bestaan.
Jaarfeesten dragen bij aan een diepere verbinding met de natuur. Ze nodigen ons uit om stil te staan bij de natuurlijke processen van groei, bloei, vruchtvorming en verval. Daarnaast fungeren jaarfeesten als bronnen van inspiratie en levenskracht, waardoor ze een rol spelen in persoonlijke ontwikkeling en het vormen van de persoonlijkheid.
Ieder jaarfeest heeft zijn eigen thema en betekenis. Zo kan het Michaëlsfeest bijvoorbeeld moed en doorzettingsvermogen inspireren. Het vieren van jaarfeesten helpt ook bij het opbouwen van gemeenschap en het versterken van vertrouwen in de toekomst.
Kortom, jaarfeesten vieren biedt structuur, bevordert tijdsbesef, versterkt de band met de natuur, stimuleert persoonlijke groei, en bevordert sociale verbondenheid, terwijl ze tegelijkertijd inspiratie en levenskracht bieden.
Pinksteren
50 dagen na Pasen is het Pinksteren. Als christelijk feest wordt met Pinksteren gevierd dat de discipelen van Christus na hun verdriet dat hun Meester hun met Hemelvaart verlaten had, nu de Christusgeest in zichzelf geïntegreerd hebben. De leringen van hun Meester hebben ze in zichzelf geïntegreerd. Alleen díe kennis die door je hart is gegaan kun je overbrengen aan ander mensen. Vanaf Pinksteren kunnen de discipelen de leer van Christus in de wereld brengen. Wat met Pasen begonnen is, is met Pinksteren helemaal rond.
De volheid van de natuur en de volheid van geest gaan hier samen. Dat wordt beeldend gemaakt door de pinksterbruid en –bruidegom. Hemel en aarde verbinden zich. Dit zie je ook terugkomen in de liedjes en versjes op de groep.
Alle kinderen komen in het wit gekleed naar de opvang/ naar school. Er worden liedjes gezongen, er is sap en lekkers en er wordt fijn buiten gespeeld. Op de jaartafel zien we papieren bloemen en linten.
liedjes en versjes
Ik ben een vogelein en bouw mijn nestje fijn
Ik zoek een takje en een blaadje
Een draadje en een pluisje wol
Zo bouw ik mijn nestje vol
En is dra mijn nestje klaar
Leg ik al mijn eitjes daar
Dan ga ik heerlijk zitten dromen
Wat zou er uit al die eitjes komen?
Weet je wat ik maken wil
Een hele hoge duiventil
Hakken hakken, dikke dikke takken
Zagen zagen wiede wiede wagen
Spijkers kloppen op hun dikke koppen
Schuren schuren schuren maar
Kijk, daar staat mijn huisje kant en klaar
Er zitten twee duiven op het dak
Roekoe, roekoe
Een duifje vliegt weg, het andere duifje vliegt weg
Een duifje komt terug, het andere duifje komt terug
Roekoe, roekoe,
nu maken we het duivenhuis toe